ememo bieb

Doornroosje en andere verhalen (4) voor dissociatieve patiënten en therapeuten
doornroosje
de bokser
de puzzle
de lange weg, de kleine stap

door: Ellert R.S. Nijenhuis,
psycholoog/psychotherapeut

Over Doornroosje: Ter oriëntatie van kleintjes (1)

Je kent, denk ik, het sprookje van Doornroosje wel. Ze was het mooie dochtertje van een koning en een koningin. Er waren dertien feeën in het land en alle feeën op één na werden uitgenodigd om haar geboorte te vieren. Haar ouders hadden maar twaalf gouden borden, zodat de dertiende thuis moest blijven. De feeën schonken de prinses wondergaven die haar geliefd zouden maken en zouden beschermen. Toen de elfde fee haar wens had uitgesproken, kwam opeens de dertiende fee binnen. Ze wilde zich wreken omdat ze niet was uitgenodigd en riep boos: “Op een dag zal de prinses gestoken worden door een weefspoel en dood neervallen”. De fee die haar wens nog niet gedaan had, kwam naar voren en omdat ze een spreuk niet ongedaan kon maken, maar wel kon verzachten, zei ze: “Sterven zal ze niet, maar honderd jaar zal ze slapen”.

De koning wilde zijn kind voor het onheil bewaren en gaf het bevel dat alle weefspoelen in het land moesten worden verbrand. Alle goede wensen werden vervuld: het prinsesje was mooi, lief en verstandig en iedereen hield van haar. Op een dag gingen de koning en de koningin uit. Het meisje bleef alleen achter en dwaalde wat door het paleis. Ze kwam bij een oude toren, ging de wenteltrap op en kwam bij een smalle deur. In ’t slot stak een roestige sleutel. Die draaide ze om en de deur sprong open. Er zat een oud vrouwtje te spinnen. De prinses wilde het ook eens proberen, maar stak zich in de vinger. Meteen ging de toverspreuk in vervulling: de prinses viel in een diepe slaap. Die slaap breidde zich uit over het hele paleis, over de bedienden, de kok, zijn hulpje, de dieren, het vuur in de kachel en ook over de koning en de koningin die net thuis kwamen. Rondom het slot groeide een doornenhaag die zo hoog werd dat zelfs de vlag op de toren niet meer te zien viel.

Het verhaal ging door het land dat er achter die haag een mooie prinses –-ze werd Doornroosje genoemd-- lag te slapen. Er kwamen prinsen die probeerden om door de haag heen te dringen, maar ze bleven hangen aan de dorens die wel handen leken te hebben en kwamen om. Na honderd jaar kwam er een prins die van een oude man hoorde dat er achter de haag een wondermooie prinses en een heel hof lag te slapen. De oude man waarschuwde dat het levensgevaarlijk was om door de haag te willen dringen, maar de prins luisterde niet. Omdat net op die dag honderd jaar waren verstreken, week de haag uiteen en veranderden de dorens in mooie bloemen. De prins bereikte Doornroosje en omdat ze zo mooi was, gaf hij haar een kus. Doornroosje sloeg haar ogen open en met haar werd het hele hof wakker. Ieder keek elkaar verwonderd aan. Het leven keerde terug, alsof er geen tijd verstreken was.

Sommige kinderen die goed en mooi zijn, treft eenzelfde lot als Doornroosje. Misschien wel omdat er een kwade fee of geest in het spel is. Als ze dan gestoken worden door een naald, vallen ze in slaap en groeit er een haag met dorens waar veel mensen zich liever niet aan prikken. Maar er gaat wel een slapend kind in een slapende wereld achter verscholen. Jaren en jaren later rest alleen nog een oud verhaal. Veel mensen geloven er niet in. “Hoe kan dat nou,” denken ze, “zo lang slapen kinderen toch niet en de wereld kan toch niet worden stilgezet? ’t Is maar een akelige hoop dorens, die ons eigenlijk in de weg staat,” zeggen ze dan.

Toch kun je, als de tijd er rijp voor is, best door de haag heen dringen en het kind wakker maken. Jij bent ook zo’n kind dat na jaren ontwaakt en denkt dat alles is zoals vroeger. Wat lang geleden gebeurde, kan ook zó echt lijken, is het niet? Wil je mee door de haag en zien dat vroeger voorbij is?